EVALUATIE
Hoe wordt het beoordeelt?
De activiteiten worden bekeken en besproken. Bij een soort beoordeling daarvan gaat het om het proces en de ontwikkeling. Kinderen krijgen geen cijfer maar worden beloont met een nieuwe ervaring die bijdraagt aan de ontwikkeling van hun levensbeschouwing.
De gestelde doelen hebben betrekking op het omgaan met persoonlijke betekenissen en verschillen, ook leren zij door hun kennismaking met andere religies over de bekende godsdienstige verhalen.Â
Naar aanleiding van de activiteiten op deze website zien kinderen de werkelijkheid door hun eigen bril, door te samen te kijken naar de interpretaties van anderen ontstaat een bewustwording van de verschillen. Meer gezichtspunten zullen zij opmerken wanneer zij in groepjes gaan kijken naar twee verschillende religies. Welke gebruiken zijn voor hen normaal? Kinderen raken in een dialoog over de verschillen die zij zien, zij zullen met hun eigen bril kijken naar deze gewoonten en zullen daar iets van vinden.
Het is van belang dat de coachende rol van de leerkracht hier bijspringt wanneer de kinderen verwikkeld raken in tegenstrijd, zonder de ander uit te horen of te luisteren naar de invalshoek van de ander.
Tijdens het kringgesprek naar aanleiding van deze opdracht is de leerkracht het voorbeeld van een open houding en het voeren van een dialoog met de juiste vragen die stimuleren een antwoord in de vorm van een onderbouwing en reden.
Biedt de kinderen hier ook de ruimte voor hun emoties, zij zullen iets vinden en het voorbeeld volgen van dat water er wordt gezegd. (De Schepper, ..)

LEERDOELEN
Leerlingen verkennen de feesten en gebruiken van verschillende religies.
Leerlingen ontdekken en onderzoeken het begrip cultuur, aan de hand van een mindmap vormen zij een netwerk horende bij het begrip cultuur.
Leerlingen ervaren een gesprek over verschillen en overeenkomsten in de klas.
AFSLUITING
Wat hebben de leerlingen geleerd?
De leerlingen hebben aan de hand van een actieve betrokkenheid bijgedragen aan hun levensbeschouwelijke ontwikkeling. Zij vernieuwen bij iedere ervaring hun kijk op het leven. En ander belangrijk onderdeel is de bewustwording daarvan en andere interpretaties respecteren.
VAARDIGHEDEN
WAARNEMEN
Is bereikt wanneer kinderen de video verkennen. Zij zien de betekenis van cultuur.
De ondersteuning die daarbij wordt geboden door de leerkracht is een uitleg van het begrip met concrete voorbeelden.
Het materiaal dat hiervoor wordt aangeboden is de video die de uitleg en de voorbeelden verder ondersteunt.
Daarnaast draagt dit bij aan de uitbereiding van de woordenschat.Â
De eerste opdracht is ook een ondersteuning van de woordenschat uitbereiding.
TRADITIES HANTEREN
Is bereikt wanneer zij kennismaken met de ervaringen van anderen en de bestaande religies herkennen.
De ondersteuning die daarbij wordt geboden door de leerkracht is de kinderen wijzen op de relevante literatuur en uitleg kunnen geven over deze religies.
Het materiaal dat hiervoor wordt aangeboden is nieuwe kennis die zij opdoen aan de hand van sites, boeken en video's.
Dit levert nieuwe kennis die zij kunnen toepassen in hun sociale leven. Zij zullen mensen ontmoeten die deelnemen aan religie gerelateerde feesten en gebruiken.
VERBEELDEN
Is bereikt wanneer zij met een redenering gebruik maken van een verbeelding. Zij weten het zo te beschrijven dat de andere kinderen zich een voorstelling kunnen maken.
De ondersteuning die daarbij wordt geboden door de leerkracht is een coachende houding. Wanneer kinderen het woord net niet kennen of de verbeelding net niet helemaal duidelijk is, dan vraagt de leerkracht of zij het goed heeft begrepen als hij bedoelde wat de leerkracht samenvat.Â
Het materiaal dat hiervoor wordt aangeboden is de woordenschat en beelden in de literatuur en video's.
Daarnaast draagt dit bij aan latere kennismakingen met andere culturen. Kinderen kunnen zich de beelden en woordenschat herinneren en zich beter inleven in de ander.
REDENEREN
Is bereikt wanneer de kinderen naast hun kijk ook ervaringen kunnen benoemen en kunnen beargumenteren waarom zij op die manier er tegen aan kijken. Door verschillende perspectieven te bespreken kunnen zij waarderen wat het leven biedt.
De ondersteuning die daarbij wordt geboden door de leerkracht is het juiste voorbeeld geven. De leerkracht zal bij gemaakte opmerkingen ingaan op de reden. "Waarom vindt je dat?" "Kun je ons vertellen hoe je dat ziet?"
Het materiaal dat hiervoor wordt aangeboden zijn voorbeelden van open vragen, het doorvragen en de reden toelichten zonder dat het vanzelfsprekend gevonden wordt.
Daarnaast draagt dit bij aan de vaardigheid te communiceren. De mondelinge vaardigheid een gesprek aan te kunnen gaan.
COMMUNICEREN
Is bereikt wanneer er een kringgesprek wordt gevoerd en wanneer kinderen in duo's ook in gesprek zijn over de bevindingen.
De ondersteuning die daarbij wordt geboden door de leerkracht is het juiste voorbeeld met betrekking tot perspectief wisseling en kinderen voorzien van 'neutrale' informatie en het gevoel dat daarbij naar voren komt.
Het materiaal dat hiervoor wordt aangeboden is ruimte voor eigen inbreng en de respectvolle manier waarop er met hun mening wordt omgegaan.
Daarnaast draagt dit bij aan de communicatie buiten de schoolomgeving. Zij zullen het geleerde kunnen toepassen tijdens een gesprek met hun ouders of met anderen in hun omgeving.
HANDELEN
Is bereikt wanneer zij tijdens het kringgesprek leren handelen zoals de leerkracht hun het voorbeeld geeft. Daarnaast experimenteren zij door de vrije exploratie wanneer zij in duo's of kleine groepjes samen werken.
De ondersteuning die daarbij wordt geboden door de leerkracht is de kinderen voorzien van het juiste voorbeeld en de coachende rol tijdens de werkvorm, de groepjes.
Daarnaast draagt dit bij aan de ontwikkeling van wilskracht en hun moraal. Deze vaardigheid ligt in het verlengde van de pedagogische taak van de school.